zaterdag 20 december 2008

les 13 - 1 of 2 figuren?

Vandaag gewoon verder gegaan met waar ik vorige week mee bezig was; de figuur in een ruimte.

Ik heb vandaag een figuur van boetseerwas was gemaakt, waarmee je wat flexibeler kunt werken. Je kunt het in allerlei vormen buigen en zo uitproberen wat het beste werkt.
Één figuur bleek toch een beetje weinig te zijn, er is nog iets nodig om een interactie aan te gaan, of een soort tegenpunt. Eerst had ik een schijfje onder in de ruimte gehangen, maar dat was erg onbestemd. Daarna heb ik een tweede figuurtje gemaakt, kleiner van formaat en in een heel andere houding. Daarmee ontstaat naast interactie ook een contrast.

Het resultaat is wel wat moeilijk vast te leggen op foto, maar hieronder een poging vanuit verschillende standen:


Het is leuk om te zien dat ik steeds sneller beslissingen kan nemen over wat goed is, en wat niet goed is. Wat er mist, wat wel/niet nodig is. Wat ik wil, wat ik niet wil.

Qua vorm begint dit al aardig te lijken op wat ik in mijn hoofd had; maar de materialen zijn nog niet goed. De associatie met een apenkooi (Bokito...) ligt voor de hand. Maar ik weet niet of het wit dat ik in gedachten had, beter is. Gewoon uitproberen.

zaterdag 13 december 2008

les 12 - en nu ik

Vanaf vandaag moeten we het weer allemaal zelf verzinnen...: Wat wil je maken?

Ik had wel een idee in m'n hoofd, maar omdat het altijd fijn is om het concreet maken nog even uit te stellen, heb ik me vandaag eens (extra) serieus verdiept in de catalogi die Henny liet zien. Eentje over Marino Marini, en een van Johan Tahon.

Marino Marini: prachtige beelden over de interactie tussen paard en mens. Maar het gaat ook over (on)balans, en over imperfectionisme. Er staat een beeld van hem in het Kröller-Müller museum. Hieronder een schets en een ander beeld van hem:


En dan Johan Tahon, waar Henny aan moest denken bij mijn plastisch werk (zie hier). Tahon maakt vooral mensfiguren, vaak meer dan levensgroot:


Ik vind het wel bijzonder dat beide mannen ook hele mooie schetsen kunnen maken.

En nu moet ik echt aan de slag... Het idee wat ik in mijn hoofd had is een combinatie van elementen:

een gecreëerde ruimte (kubus/rechthoek)
mens in de ruimte , interactie mens-ruimte
transparantie
kwetsbaarheid
licht/donker
trekkrachten

Het resultaat van vandaag is nog niet zoals het echt moet worden, maar geeft wel een beetje het concept weer. Een zwevende figuur (of meerdere figuren) in de gedefinieerde ruimte, en misschien ook erbuiten.










De ruimte van het gaas is nog te dicht, dat is niet de bedoeling. Ik wil een kubus o.i.d maken met alleen de ribben. Zodat je er echt in kunt. En de mensfiguur moet veel mooier, deze lijkt meer op een kuiken dan op een mens... Misschien moeten er ook nog andere voorwerpen in de ruimte, of meer mensfiguren.

zaterdag 6 december 2008

les 11 - de verbeelding

Vandaag was het onderwerp van de diaserie 'de verbeelding' ofwel de imaginaire ruimte.
Eigenlijk gaat het meer nog om een imaginaire wereld, vind ik.

Het dadaisme (Arp, Schwitters, Duchamp) verzette zich tegen de bestaande kunst. Marcel Duchamp verklaarde dat alles kunst kon zijn, indien zo aangeduid.

Popart ( Rauschenberg, Oldenburg, Tinguely) vloeide voort uit het dadaïsme. Tinguely maakte bewegende (kinetische) kunstwerken. Rauschenberg maakte 'combinaties', net als Duchamp, en collages. Oldenburg vergrootte gewone voorwerpen uit. Popart gebruikt de dagelijkse wereld om een kunstwerk te maken. Dicht bij de kijker.

De wereld kan ook net wat anders worden door een andere verhouding/combinatie van gewone voorwerpen. Zo maakte Kienholz zogenaamde 'environments'. Tuttle werkt sober, postminimalistisch met herkenbare voorwerpen; Chamberlain maakt beelden waarin onderdelen van alledaagse voorwerpen zijn verwerk tot een vaak kleurrijk geheel; Woodrow gebruikt weer meer losse onderdelen tot installatie.

Long en Christo benadrukken juist de bestaande natuur en cultuur door hun kunstwerken. Long met zijn zogenaamde 'Land Art', bijvoorbeeld een verzameling stenen die in het landschap wordt gelegd en daarmee de omgeving benadrukt. Later zijn zijn kunstwerken ook zonder de omgeving in een museum te zien. Dat is een stuk moeilijk te begrijpen. Christo benadrukt objecten door ze in te pakken, in hun eigen omgeving. Daardoor probeert hij mensen anders naar hun omgeving te laten kijken. Cragg doet iets dergelijks met kleinere voorwerpen. Hij werd geïnspireerd door Bill Woodrow en Richard Long.

Cheval en Rodia, hebben echt hun eigen wereldje gecreëerd, door het bouwen van een paleis resp. torens.

Onze opdracht voor vandaag was het in beeld brengen van onze visie op de wereld door de dingen om je heen te fotograferen (al dan niet gemanipuleerd).
We hebben eerst een heleboel foto's gemaakt, vervolgens die geëvalueerd, en toen nog selectief een paar nieuwe foto's.

In mijn eerste serie zaten wat figuratieve foto's, maar ook veel spiegeling, transparantie, schaduw, licht/donker. Ik heb ook composities gemaakt, maar die vond ik eigenlijk meestal minder geslaagd, behalve die met de afwasborstel. Een paar resultaten uit de eerste serie:










Naar aanleiding van al die foto's (ik had er wel 100!), heb ik de rode draad eruit gehaald, en daar zijn onderstaande foto's uit gekomen. De meeste hebben iets ijls, weinig kleur, transparantie:

zaterdag 29 november 2008

les 10 - de geconstrueerde ruimte

Het onderwerp van vandaag: 'de geconstrueerde ruimte'.
Wat lastiger uit te leggen dan plasticiteit... Een aantal begrippen: futurisme, kubisme, abstract, constructivisme, geometrie. Helemaal weg van de weergave van de werkelijkheid. Soms bijna letterlijk een eigen ruimte creëren.

Namen die voorbij kwamen in deze diaserie: Picasso, Balla, Duchamp, Boccioni, Tatlin, Rodchenko, Gabo, van Doesburg, Franz Ehrlich (Bauhaus), Moholy-Nagy, Bill, Smith, Caro, Judd, leWitt.

Picasso is natuurlijk DE vertegenwoordiger van het kubisme. In het kubisme werd eigenlijk voor het eerst de werkelijkheid verdraaid om iets uit te drukken. Zoals Picasso zijn violen op schilderijen geframenteerd, als een compositie in onderdelen viool, weergaf. Ook Marcel Duchamp heeft als kubist gewerkt, voordat hij later met zijn conceptuele werken een nieuwe revolutie veroorzaakte. Het futurisme (Balla, Boccioni) onstond uit het kubisme (Picasso, Duchamp in zijn begintijd). Enkele kenmerken zijn snelheid, energie, agressie, krachtige lijnen, vooruitgang en nieuwe technologie. Die nieuwe technologie als inspiratiebron is ook kenmerkend voor het constructivisme (Gabo, Tatlin). Het constructivisme in Rusland kwam via Bauhaus en De Stijl naar West-Europa.

Na de dia's zijn we zelf aan de slag gegaan om een ruimtelijke constructie te maken. Ik ben begonnen met enkele kartonnetjes die ik nog had (afval van uitgedruke kaartjes voor een spel). Daarmee wou ik een binnenruimte maken, en dan iets doen met trekkrachten (daarvoor heb ik tape uit een videoband gebruikt). Maar de constructie werd niet erg sterk, dus uiteindelijk heb ik de kartonnetjes samen met de tape gespannen tussen de ramen en wat andere bevestigingspunten. Dat was geinspireerd op de werken van Tatlin.


Het resultaat is moeilijk te zien op de foto's. Het geheel is erg transparant. De constructie gaat een interactie aan met de bomen buiten. Toevallig (niet bedacht) maar wel leuk!


Omdat ik toch iets met een gecreëerde binnenruimte wou, heb ik voor het tweede experiment een steviger frame gezocht. Het idee was een binnenruimte die echter niet beperkend is, er kan wel wat uit 'ontsnappen'. Uiteindelijk is dit werk wat minder speels, meer bedacht geworden dan het eerste.

zaterdag 22 november 2008

les 9 - plasticiteit

Vandaag de 1e les van 7 lessen Ruimtelijk werken, gegeven door Henny vd Meer.
De eerste 3 lessen gaan we 3 onderwerpen behandelen, nl. 'de plastische ruimte', 'de geconstrueerde ruimte', en 'de imaginaire ruimte'. De 4 zaterdagen daarna gaan we zelf werken.

Heny zal de onderwerpen behandelen aan de hand van diaseries, die de periode beslaan vanaf de 2e helft 19e eeuw t/m eind 20e eeuw. In die periode zijn de ontwikkelingen in de kunst razendsnel gegaan. Dat kwam met name door de industriele revolutie. Daardoor was er meer geld in de maatschappij en waren kunstenaars niet meer helemaal afhankelijk van de gevestigde orde. Langzaam kwam er ruimte voor meer vrijheid in de kunst. Daarnaast kwamen er door diezelfde industriele revolutie meer technieken en materialen beschikbaar. Denk aan de opkomst van de fotografie, het gebruik van plastic en machinaal vervaardigde voorwerpen.

De plastische ruimte, het onderwerp van vandaag, beeldt de wereld om ons heen uit. Dat kan meer of minder letterlijk, meer of minder abstract.

Startpunt voor de diaserie was Rodin. Tot Rodin had de beeldhouwkunst altijd heel figuratief gewerkt, en zo veel mogelijk naar de werkelijkheid. Beelden stonden op een sokkel, waren geen onderdeel van de ruimte waar ze in stonden, maar werden door de sokkel geisoleerd.

Rodin was de eerste die op een andere manier met plasticiteit ging werken. Minder precies, impressionistisch, etc. Dat was toen een revolutie! Naast Rodin hebben we beelden van Degas, Brancusi, Lipchitz, Hepworth en Moore behandeld. De beelden worden in de tijd steeds minder figuratief, maar blijven gebaseerd op de werkelijkheid om ons heen. De traditionele sokkel verdwijnt en het beeld wordt meer een onderdeel van de ruimte en gaat een relatie aan met die ruimte.

Na de dia's zijn we zelf aan de slag gegaan met plasticiteit, vormgegeven in klei. Ik heb 4 beeldjes gemaakt (in de volgorde zoals hier getoond). Allemaal referereren ze aan menselijke figuren.

Het eerste beeldje ziet er redelijk stevig uit met een soort klompvoet. Toch was het tijdens het werken niet zo stabiel, het zakte steeds in elkaar.

Het 2e beeldje is tenger, kwetsbaar, en heeft de sokkel nodig om te blijven staan, en het stokje tijdens het drogen.

Het 3e beeldje is een combinatie van materialen en een contrast in dik/dun.
Belangrijk waren de rare verhoudingen en dat de ene voet net van de grond los komt.

Het 4e beeldje is veel massiever. Ik begon bij dat beeldje helemaal niet met een mensbeeld in mijn hoofd, maar dat is het toch geworden. Het enige uitgangspunt was dat ik iets stevigers wou maken, iets wat meer bij het materiaal klei past.

zaterdag 15 november 2008

CoBrA Museum

Ter afwisseling (en ter lering ende vermaek) zijn we vandaag naar het CoBrA museum in Amstelveen geweest. Een aanrader!
Onder de inspirerende leiding van John hebben we uitgebreid rondgekeken in zowel de vaste collectie als een tentoonstelling.

De vaste collectie:

Natuurlijk waren daar de bekende namen: Karel Appel, Constant, Corneille.
De typische stukken van Karel Appel kent iedereen wel, denk ik. Schilderijen geïnspireerd op kindertekeningen, met vrolijke kleuren, eerlijke vormen en herkenbare objecten. Maar toch is het niet kinderlijk eenvoudig. De schilderijen zitten ontzettend goed in elkaar, het is bepaald geen toeval allemaal.

Naast Karel Appel ook andere bekende namen zoals Corneille en Constant.
Wist je trouwens dat deze Nederlanders zo experimenteel konden zijn omdat ze, net na de oorlog, eigenlijk niets hadden om op voort te borduren? De kunst lag hier al een tijdje op z'n gat...

In het museum hangen ook de Belgische en Deense deelnemers aan de CoBrA beweging, zoals Jorn. Met ook die vis- en vogelvormen, etc.

Maar er waren ook verrassende werken van voor mij nieuwe namen, zoals Pierre Alechinksy en Georges Collignon. Beide schilders maakten in de CoBrA tijd vrij abstract werk, waar wel zoveel variatie en vorm in zit dat je er zelf allerlei associaties bij kunt hebben.

Tentoonstelling: de 'Neue Leipzige Schule'

Leuke bijkomstigheid van de Beeldende Route is dat ik nu met meer objectiviteit en analyse naar een schilderij kan kijken. En dan is een werk niet alleen meer 'mooi' of 'niet mooi'. En zo leer ik ook nog iets van werken die ik niet mooi vind.
En dat was maar goed ook , voor deze tentoonstelling. Want ik vond lang niet alles mooi, maar ik heb wel ontzettende waardering gekregen voor deze groep schilders!

Al met al veel inspiratie opgedaan vandaag!!

(En ik denk dat ik nog een keer terug ga met mijn neefjes, want ik weet zeker dat zij CoBrA schilderijen ook heel leuk vinden en er helemaal hun fantasie in kwijt kunnen. Nog wel een half jaartje wachten, als Wouter ook iets ouder is.)

zaterdag 8 november 2008

les 7 - ruimte verbeelden

Vandaag 2 voorbeelden over hoe je een ruimte (en de objecten daarin) kunt weergeven.

Mattise: Vereenvoudiging van de ruimte tot lijnen en vlakken. Bijvoorbeeld 'Interieur rouge de Venice'. Helaas kon ik hier geen afbeelding van vinden, maar het lijkt een beetje op zijn 'Grand Interieur Rouge' (zie rechts). Maar die in Venice is nog eenvoudiger, minder details. En er zit een raam linksboven dat essentieel is voor het perspectief en daarmee het ruimtegevoel.

Tweede voorbeeld is David Hockney, die interieurs heeft getekend waarbij de ruimte vanuit verschillende perspectieven bij elkaar lijkt geplakt. Een beetje zoals een foto waarin de omgeving 360 graden rond achter elkaar is geplakt. Dus je ziet de hele ruimte in 1 oogopslag, maar het is moeilijk om te zien hoe het echt in elkaar steekt.

Vervolgens weer zelf aan de slag gegaan.
Ik had 3 plaatjes ter inspiratie:

Boven iemand die een kunstwerk aan het solderen is, links wapperende was in Napels, en rechts een kunstwerk van Miquel Barcelo. Het detail van Barcelo's schilderij laat heel duidelijk de gelaagdheid zien.




Ik wou iets met die gelaagdheid, als achtergrond, doen. Het resultaat zit in het schilderij hier links. Het is nog lang niet af, en het is al 2 keer van positie gewisseld (het stond eerst 80 graden gedraaid), maar het kan wel ergens uitkomen. Dat grijs vind ik wel mooi. De rode dierfiguur is nog te concreet.


Ik heb ook nog een opzet voor een ander werk gemaakt. Met als inspiratie die lijnen uit dat soldeerwerk op de foto. Wordt vervolgd.


PS: beide werken zijn 100x70 cm.

zaterdag 1 november 2008

and now for something completely different

Nee, helaas, onderstaande heb ik niet zelf geschilderd... dat heeft Trudi, een medecursiste, gedaan.
En ik vind het waanzinnig mooi!
Meestal vind ik het niet zo gepast om werken van anderen hier te tonen, maar voor deze maak ik een uitzondering.
In mijn wereld zou het doek trouwens een kwartslag naar rechts gedraaid worden, maar dit is niet mijn wereld ;).

les 6 - gewoon verder

Lekker veel geschilderd vandaag. Voortborduren op de vorige lessen. Niet veel theorie gedaan, John had alleen wat voorbeelden uit de 'Crossart' collectie. Crossart is een samenwerkingsverband van een aantal musea in de grensstreek Duitsland/Nederland. O.a. werken van Max Beckman. Werken met veel menselijke figuren, die toch eigenlijk bijna abstracte vlakken zijn.

Afgelopen woensdagochtend hing er een heel mooie mist over de Utrechse Nieuwegracht, waar de zon langzaam doorheen kwam. En op die gracht lag een bootje met een oranje dekzeil. Dat was vandaag de inspiratiebron voor mijn 1e werk.
Ik heb een ondergrond gebruikt die ik al eerder had gemaakt, in les 3:

En daar is dit schilderij uit ontstaan:



Het tafereel is misschien redelijk standaard, maar ik vind dat ik wel echt geschilderd heb, en ik ben erin geslaagd om de sfeer te pakken die ik wou hebben. (PS de foto is minder geslaagd, want met flits, en daardoor is er teveel weerspiegeling en zie je niet alle details.)

Het tweede doek (formaat 70x100 cm) is toch weer iets met dieren. Ik weet niet zo wat ik ervan moet vinden. Het is helemaal niet wat ik wilde, ik begon eraan met een veel meer impressionistisch idee in mijn hoofd, iets met veel licht en wit, en grove penseelstreken (Breitner-achtig), maar het werd iets heel anders.

zondag 26 oktober 2008

onbevangen

Ter ere van mijn verjaardag kwamen ook mijn neefjes Bram en Wouter op 'het feestje'. En ze hebben weer enthousiast de wasco ter hand genomen. Die hebben ze thuis niet, maar ze hadden het bij mij een keer eerder gebruikt en toen geleerd hoe je verschillende lagen kunt opbrengen en die weer kunt wegkrassen. Nou, dat zit in het geheugen gegrifd!

Terwijl er bij de eerste poging met wasco vooral heeeel veeeeel gekrast is, was het resultaat deze keer minder chaotisch. Vooral het wegkrassen geeft een enorme rotzooi (lekker plakkerig en vettig, die wasco...) maar gelukkig was het geweldig weer op 13 oktober en konden ze lekker buiten 'werken'.

En wat een grappig 'werk'! Gewoon wat lijnen en kleuren, maar je kunt er van alles in zien. Natuurlijk zie ik dieren ;).
Maar wat me nog het meeste aanspreekt is de onbevangenheid waarmee ze aan de slag gaan. Niet nadenken, gewoon beginnen. En als het fout is, jammer dan doen we er nog één.

Ik denk dat het zwart later is opgebracht, en weer weggekrast, want er dwarrelen wat zwarte spikkels rond op de vellen.

PS de draak is van Wouter, en de kat van Bram. Niet dat ze zelf vinden dat het dieren zijn hoor... dat heb ik ervan gemaakt.

zaterdag 25 oktober 2008

les 5 - dramatiek

Hoe breng je dramatiek in een schilderij? En dan niet dramatiek in de zin van 'iets heel ergs, iets theatraals' maar in de zin dat het een emotie oproept. Welke emotie dan ook. Dan kan uiteraard door het onderwerp, de afbeelding, maar ook door de werking van licht en donker, door het kleurgebruik, door het oproepen van een bepaalde sfeer. Ook een contrast in vorm en boodschap kan voor dramatiek zorgen.
John had weer veel voorbeelden van schilders en schilderijen. Max Ernst, bijvoorbeeld, met veel verschillende stijlen, maar altijd met een 'stevige' sfeer. Ronald Ophuis, met indringende onderwerpen, wiens schilderijen een mix zijn van cleane, kille ruimtes en kleuren, en een dramatisch, geladen tafereel (contrast in vorm en boodschap!). En Henk Chabot, met dramatische landschappen.
John toonde ook voorbeelden van dramatiek die 'op het randje' zijn. Want te veel dramatiek kan omslaan in kitsch. Het wordt kitsch als het drama te clichematig wordt neergezet. Denk aan het zigeunerjongetje ;).

Na dat half uurtje introductie, waarbij je nog comfortabel naar sucesvolle medeschilders mag kijken zonder zelf iets te produceren, wordt het toch tijd om aan de slag te gaan... en dringt de onvermijdelijke vraag zich op: wat wil ik schilderen, wat wil ik uitbeelden. Ik weet het nog steeds niet echt. Dieren, mensen, maar hoe? en wat? Ik denk niet zo in figuratieve beelden, ik denk meer in abstracte vormen, sferen, en dat is voor mij logischer te vertalen naar een sculptuur dan naar een plat vlak. Toch zie ik wel de kracht van een plat vlak, en ik zou het graag willen leren. En dan kom ik er niet onderuit om na te denken over wat ik wil schilderen en hoe...

Ik had vandaag weinig inspiratie. Ik ben maar eens begonnen met een sfeerachtergrond (formaat 50x70), en vandaaruit verschillende lagen opgezet, en daarna een figuratie. Ik krijg wel steeds meer grip op het materiaal, hoe je met acrylverf kunt werken. Je kunt bijvoorbeeld nog vrij lang met water verflagen verwijderen. En dat is wel fijn ;). Niet alleen kun je zo fouten herstellen, maar je kunt het schilderij daardoor ook levendiger, meer doorwerkt maken.
En het resultaat? Tja, het was even ploeteren vandaag, maar over het uiteindelijke resultaat ben ik redelijk tevreden, omdat er ondanks het doorwerken toch nog wat helderheid overgebleven is.


Overigens is het figuurtje afgeleid van een 'conceptje' van boetseerwas dat ik eens op een
avond heb gemaakt (ongeveer 20 cm hoog). Het beeldje is er inmiddels niet meer, maar de foto's nog wel en ik vind nog steeds wel interessant.

Ik ben nog aan een 2e werk begonnen (zie hieronder), maar dat is nog niet af. Deze sfeer is heel anders, het bevat de 'standaard Jessica kleuren' (= aardetinten), maar daardoor is het vooralsnog een stuk saaier... Wel vind ik de lagen mooi, het 'waterige' over elkaar.
Ik weet nog niet wat de voorstelling moet worden van dit schilderij. Er moet ook nog meer diepte in komen.


(formaat 50x70)